Hoogbegaafd en leren leren
Omdat hoogbegaafde kinderen vaak al een heleboel weten, hoeven ze op school niet zo goed op te letten. Dit kan leiden tot storend gedrag in de klas, zoals wiebelen en draaien op de stoel.
Ook is het mogelijk dat de leerkracht denkt dat een slim kind zichzelf wel kan redden en dus geen begeleiding nodig heeft bij het extra werk. Niets is minder waar, het blijkt voor hoogbegaafde kinderen vaak extra moeilijk te zijn om structuur aan te brengen in hun werkzaamheden.
Omdat ze gewend zijn alles al te weten, kan er ook gemakkelijk faalangst om de hoek komen kijken. Als iets dan volledig nieuw voor ze is, dan haken ze af, omdat ze bang zijn iets niet te kunnen. Dit kan op het gebied van taal of rekenen zijn, maar ook bijvoorbeeld bij gym of tekenen.
Deze kinderen hebben nooit geleerd om iets te oefenen en nog eens te oefenen voordat het lukt.
Dit betekent dat het nodig is om expliciet stil te staan bij het ‘leren leren’. Ze hebben extra handvatten nodig over hoe je bepaalde stof tot je kunt nemen.
Bart van 7 wilde steeds z’n tafels niet leren, tot z’n juf op woensdagochtend zei dat het toch eens tijd werd. Die middag heeft Bart ze drie keer doorgenomen en op donderdag z’n tafeldiploma gehaald. Een paar weken later was hij ze weer vergeten, want z’n juf had niet gezegd dat hij ze ook moest onthouden.
Doordat kinderen gewend zijn dat leren gemakkelijk gaat, komt het vaak voor dat deze groep kinderen niet goed leert doorzetten, gewoonweg omdat ze dat nauwelijks nodig hebben.
Uit onderzoek van Carol Dweck blijkt dat deze kinderen gebaat zijn bij het veranderen van hun Mindset.
Kinderen met een Fixed Mindset ontwijken elke vorm van doorzetten. Doordat zij zo slim zijn, heb je vaak niet eens door dat ze ontwijkend gedrag vertonen.
Een fixed mindset maakt dat je jezelf dom vindt, het gevoel hebt dat anderen alles beter kunnen en het idee dat je het nooit kunt leren.
Met een Growth Mindset weten kinderen dat falen erbij hoort en dat doorzetten uiteindelijk meer oplevert. Dat het zelfs leuker is als je ergens je tanden in hebt gezet en dat het dan uiteindelijk lukt!
Jennie van 8 wilde niet meer rekenen. Met wat moeite kwam het hoge woord eruit: als ze verder vooruit zou werken, dan moest ze gaan rekenen met getallen boven de 1000 en dat zou ze echt niet kunnen.