Nevendiagnoses bij hoogbegaafdheid

Vaak zie je dat hoogbegaafde (kinderen) ook kenmerken vertonen die gerelateerd kunnen worden aan stoornissen. Denk aan autisme spectrumstoornissen (oa syndroom van Asperger en PDD-NOS), ADHD, ADD, hoogsensitiviteit etc.
Dat klopt ook, want als gekeken wordt naar de kenmerken van deze bijzonderheden kijkt, dan zie je een behoorlijke overlap bij de verschillende labels.
Het lastige is alleen dat diagnosen als ADHD en autisme misschien makkelijker gesteld worden dan de diagnose hoogbegaafdheid.

In mijn praktijk probeer ik de kinderen te benaderen los van de (neven)diagnoses. Ik bekijk het kind in al zijn of haar eigenheid en probeer samen te werken naar een passende oplossing.

Ik raad u aan om bij al deze labels te bedenken: welke handvatten kan ik gebruiken in mijn situatie en welke niet? Op deze manier kunt u uw kind het beste begeleiden.

Voor wie meer wil weten over de overlap in kenmerken, dit wordt uitgebreid beschreven in het boek : Misdiagnose van hoogbegaafden door Edward Amend, Nadia Webb & Jean Goerss.

Jonas heeft nogal de neiging om te gaan bewegen en te wiebelen als hij zich verveelt. En in de klas is het vaak uitgesproken saai omdat hij verplicht moet luisteren naar van alles wat hij al weet.

Jens is net nieuw op school. Hij hoort hoe de juf een klasgenootje een complimentje geeft, omdat die rondjes loopt op het schoolplein.
Als Jens na weken nog steeds rondjes loopt op het schoolplein, vraagt de juf zich vertwijfeld af of hij misschien autistisch is…. Jens heeft ‘gewoon’ goed opgevangen dat dat gedrag beloond werd!